
Doen wat je leuk vindt, waar je passie ligt en waar je energie van krijgt — dát maakt ondernemen mooi.
Maar er moet natuurlijk ook brood op de plank komen. Als dat onder druk komt te staan, wordt ondernemen ineens een stuk minder leuk...
Wij runnen een kleinschalige biologische kwekerij met een stukje grond. Voor sommigen misschien bescheiden, maar voor ons heel waardevol. We kijken liever naar wat wél kan dan naar de beperkingen — al klinkt dat nu bijna als een verkiezingsslogan, zo werken wij gewoon.
Als kleine kwekerij val je vaak tussen wal en schip. Voorbeeld, we willen het land goed bewerken — op een manier die goed is voor de grond, natuur en onszelf. Te groot om alles met de hand te doen, te klein voor dure machines. Dus zoeken we creatieve oplossingen en sparren we graag met collega-agrariërs. Gelukkig draait onze 50+ jaar oude trekker nog steeds trouw zijn rondjes (hebben jullie enig idee wat een nieuwe / 2e handse kost?).
Afgelopen jaar hebben we keihard gewerkt én genoten van onze bloementuin. De positieve energie van onze plukabonnees en bezoekers van de winkel geeft ons elke keer weer een boost.
Dit seizoen hadden we één veld voor de pluktuin — waar we ook onze boeketten en bloemen voor de winkel en lokale bloemisten uit haalden — en één veld voor de (groot)handel, met o.a. gladiolen.
Vanuit de tulpenkwekerij kennen we die wereld goed, maar eerlijk is eerlijk: het gaf ons minder plezier. Je moet meer, krijgt minder en hebt weinig controle. Als je er onderaan de streep iets aan wilt overhouden, moet je opschalen — maar dat willen we niet. Dan verliezen we juist de charme van onze kleine kwekerij en de connectie met de mensen.
Dus volgend jaar doen we het anders: meer focus op de bloementuin, rechtstreekse verkoop in winkel, webshop en lokale handel. Daar ligt ons hart.